In Deutschland ist Trinkgeld nur dann steuerfrei, wenn es der Gast direkt dem Arbeitnehmer gibt, während Trinkgeld an den Chef als steuerpflichtiges Einkommen gilt.
In Duitsland is fooi alleen belastingvrij als de gast het rechtstreeks aan de werknemer geeft, terwijl fooi aan de baas wordt beschouwd als belastbaar inkomen.

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
das Trinkgeld de fooi
der Gast de gast
die Servicekraft de bediening
der Koch de kok
der Barkeeper de barman
der Gastronom de horecaondernemer
In Deutschland zahlt der Kellner keine Steuern, wenn ich ihm Trinkgeld gebe. (In Duitsland hoeft de ober geen belasting te betalen als ik hem fooi geef.)
Gebe ich dem Chef Trinkgeld, muss er aber Steuern zahlen. (Krijgt de baas echter fooi, dan moet hij daar wel belasting over betalen.)
Warum ist das so? (Waarom is dat zo?)
Wenn der Gast das Trinkgeld direkt an den Kellner oder Koch gibt, ist es steuerfrei. (Als de gast de fooi rechtstreeks aan de ober of kok geeft, is die belastingvrij.)
Das gilt auch für den Barmann. (Dat geldt ook voor de barman.)
Wenn aber der Gastronom oder Chef das Trinkgeld bekommt, ist es Einkommen und muss versteuert werden. (Als de horecaondernemer of baas de fooi ontvangt, geldt het als inkomen en moet het worden belast.)
Aber Achtung: Wenn ein Familienmitglied ohne Bezahlung in deinem Restaurant arbeitet, muss sein Trinkgeld auch versteuert werden. (Let op: als een familielid onbetaald in jouw restaurant werkt, moet ook zijn of haar fooi worden aangegeven en belast.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Guido und Petra sind Abendessen und alles war hervorragend. Sie wollen dementsprechend Trinkgeld geben und besprechen welche Methode an sinnvollsten ist.

Guido en Petra zijn aan het avondeten en alles was uitstekend. Ze willen daarom een fooi geven en bespreken welke methode het meest logisch is.
1. Guido: Sollen wir schon nach der Rechnung fragen? (Zullen we al om de rekening vragen?)
2. Petra: Ja, ich sehe den Kellner. Entschuldigung, können wir bitte zahlen? (Ja, ik zie de ober. Sorry, kunnen we alsjeblieft betalen?)
3. Guido: Ich mag dieses Restaurant sehr. Der Service ist immer gut. (Ik vind dit restaurant erg leuk. De service is altijd goed.)
4. Petra: Du hast Recht. Der Kellner passt gut auf. Wie war dein Essen? (Je hebt gelijk. De ober let goed op. Hoe was jouw eten?)
5. Guido: Mein Essen war sehr gut. Wir sollten 15 Prozent Trinkgeld geben. (Mijn eten was erg goed. We zouden 15 procent fooi moeten geven.)
6. Petra: Ja, auch der Wein und das Dessert waren lecker. Ich finde, wir geben 20 Prozent. (Ja, ook de wijn en het dessert waren lekker. Ik vind dat we 20 procent moeten geven.)
7. Guido: Das stimmt. Ich bezahle mit Karte und gebe das Trinkgeld bar dazu. (Dat klopt. Ik betaal met kaart en geef de fooi contant erbij.)
8. Petra: Warum? Wenn du mit Karte bezahlst, kannst du das Trinkgeld auch dazugeben. (Waarom? Als je met kaart betaalt, kun je de fooi er ook bijgeven.)
9. Guido: Ja, ich weiß. Aber ich habe Angst, dass der Kellner das Trinkgeld nicht bekommt, sondern nur der Chef. (Ja, ik weet het. Maar ik ben bang dat de ober de fooi niet krijgt, maar alleen de baas.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Warum möchte Guido das Trinkgeld nicht mit der Karte bezahlen?

(Waarom wil Guido het fooi niet met de kaart betalen?)

2. Was gefällt Petra besonders an dem Kellner?

(Wat vindt Petra vooral prettig aan de ober?)

3. Wie viel Trinkgeld wollen Petra und Guido geben?

(Hoeveel fooi willen Petra en Guido geven?)

4. Was sagen die beiden über das Essen und den Wein?

(Wat zeggen zij over het eten en de wijn?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Wie bezahlen Sie normalerweise in einem Restaurant in Deutschland? Geben Sie Trinkgeld und warum?
  2. Hoe betaalt u normaal gesproken in een restaurant in Duitsland? Geeft u fooi, en zo ja, waarom?
  3. Beschreiben Sie den Service in Ihrem Lieblingsrestaurant. Was gefällt Ihnen besonders daran?
  4. Beschrijf de bediening in uw favoriete restaurant. Wat vindt u daar vooral fijn aan?
  5. Ist Ihnen schon einmal passiert, dass das Trinkgeld nicht direkt zum Kellner kam? Was haben Sie dann gemacht?
  6. Is het u ooit overkomen dat de fooi niet direct bij de ober terechtkwam? Wat heeft u toen gedaan?
  7. Was denken Sie darüber, Trinkgeld direkt mit der Karte zu geben? Nutzen Sie diese Möglichkeit? Warum?
  8. Wat vindt u ervan om fooi direct met de pinpas te geven? Maakt u gebruik van deze mogelijkheid? Waarom?