10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
offen, gewissenhaft, extravertiert, verträglich und neurotisch: Die Big Five sind fünf Eigenschaften von der Persönlichkeit eines Menschen. Das Video zeigt wie eine offene und eine gewissenhafte Person mit einem Flugzeugabsturz umgeht...
open, nauwgezet, extravert, inschikkelijk en neurotisch: De Big Five zijn vijf eigenschappen van de persoonlijkheid van een mens. De video laat zien hoe een open en een nauwgezette persoon omgaan met een vliegtuigcrash...

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
offen open
kreativ creatief
neugierig nieuwsgierig
gewissenhaft nauwkeurig
sozial sociaal
Die offene Odelia ist neugierig und kreativ. Sie freut sich, die Insel zu entdecken. (De open Odelia is nieuwsgierig en creatief. Ze kijkt ernaar uit het eiland te ontdekken.)
Die Natur gefällt ihr sehr. Sie sammelt Steine und Muscheln, um die Hütte zu schmücken. (De natuur spreekt haar erg aan. Ze verzamelt stenen en schelpen om de hut te versieren.)
Für sie ist der Flugzeugabsturz eine Chance, neue Dinge zu lernen. (Voor haar is het vliegtuigongeluk een kans om nieuwe dingen te leren.)
Greta ist sorgfältig und sehr organisiert. Sie denkt immer an das Richtige. (Greta is nauwgezet en zeer georganiseerd. Ze denkt altijd aan wat juist is.)
Sie freut sich nicht über die Situation. (Ze is niet blij met de situatie.)
Sie ist besorgt, aber auch froh, dass sie Überlebensausrüstung dabei hat. (Ze is bezorgd, maar ook opgelucht dat ze overlevingsuitrusting bij zich heeft.)
Wie immer ist sie gut vorbereitet und fängt sofort mit wichtigen Aufgaben an. (Zoals altijd is ze goed voorbereid en begint ze meteen met belangrijke taken.)
Sie sieht es als ihre Aufgabe, dass alle Wasser und Essen suchen. (Ze ziet het als haar taak dat iedereen naar water en voedsel zoekt.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Ulf und Nina plaudern auf dem Weg nach Hause von der Arbeit über die neue Chefin und erinnern sich dabei an den ehemaligen Chef: Herr Müller.

Ulf en Nina kletsen op weg naar huis van het werk over de nieuwe baas en herinneren zich daarbij de voormalige chef: de heer Müller.
1. Ulf: Wie findest du die neue Chefin? (Wat vind jij van de nieuwe chef?)
2. Nina: Ich finde, sie ist eigentlich nett, aber wenn sie mich ansieht, lächelt sie nie. (Ik vind dat ze eigenlijk aardig is, maar als ze me aankijkt, lacht ze nooit.)
3. Ulf: Genau! Das denke ich auch. Ich weiß nicht, warum sie immer so streng aussieht. (Precies! Dat denk ik ook. Ik weet niet waarom ze altijd zo streng kijkt.)
4. Nina: Vielleicht will sie zeigen, dass sie die Chefin ist, und deshalb ist sie manchmal unfreundlich. (Misschien wil ze laten zien dat zij de chef is, en daarom is ze soms onvriendelijk.)
5. Ulf: Aber das verstehe ich nicht. Herr Müller hat auch immer freundlich geschaut. (Maar dat begrijp ik niet. Meneer Müller keek ook altijd vriendelijk.)
6. Nina: Ich vermisse Herrn Müller. Er war der beste Chef, den man sich wünschen kann. (Ik mis meneer Müller. Hij was de beste baas die je je maar kon wensen.)
7. Ulf: Das stimmt. Er war eine sehr herzliche und ehrliche Person. (Dat klopt. Hij was een heel hartelijke en eerlijke persoon.)
8. Nina: Es hat sich nie so angefühlt, als ob Herr Müller nur unser Chef war. (Het voelde nooit alsof meneer Müller alleen maar onze baas was.)
9. Ulf: Ja, er war offen und lustig und hat immer mit uns auf Augenhöhe gesprochen. (Ja, hij was open en grappig en sprak altijd op ooghoogte met ons.)
10. Nina: Ich vermisse ihn sehr. (Ik mis hem heel erg.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Wie findet Ulf die neue Chefin?

(Wat vindt Ulf van de nieuwe bazin?)

2. Warum glaubt Nina, dass die neue Chefin unfreundlich aussieht?

(Waarom denkt Nina dat de nieuwe bazin er onvriendelijk uitziet?)

3. Was sagt Nina über Herrn Müller?

(Wat zegt Nina over meneer Müller?)

4. Wie beschreibt Ulf Herrn Müller?

(Hoe beschrijft Ulf meneer Müller?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Wie würden Sie eine neue Chefin oder einen neuen Chef in Ihrem Beruf beschreiben, wenn Sie sie oder ihn zum ersten Mal treffen?
    2. Hoe zou u een nieuwe baas of bazin omschrijven als u hem of haar voor het eerst ontmoet in uw werk?
  2. Was ist Ihnen persönlich wichtiger bei einer Führungskraft: Freundlichkeit oder Autorität? Warum?
    3. Wat vindt u persoonlijk belangrijker bij een leidinggevende: vriendelijkheid of autoriteit? Waarom?
  3. Können Sie eine Situation aus Ihrem Berufsleben erzählen, in der die Persönlichkeit einer Führungskraft die Arbeitsatmosphäre beeinflusst hat?
    4. Kunt u een situatie uit uw werk vertellen waarin de persoonlijkheid van een leidinggevende de werksfeer heeft beïnvloed?
  4. Wie reagieren Sie, wenn eine neue Kollegin oder ein neuer Kollege schüchtern oder zurückhaltend ist?
    5. Hoe reageert u als een nieuwe collega verlegen of terughoudend is?