Antonia ist eine deutsche Unternehmerin und Content Creatorin. Sie erklärt wie eine normale Woche in ihrem Leben aussieht:
Antonia is een Duitse ondernemer en contentcreator. Ze legt uit hoe een normale week in haar leven eruitziet:

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
eine Woche een week
der Montag de maandag
mein Wochenende mijn weekend
mein Morgen mijn ochtend

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Stella und Luis unterhalten sich über Stella´s harte Woche.

Stella en Luis praten over Stella's zware week.
1. Luis: Hallo Stella, wie geht es dir? (Hallo Stella, hoe gaat het met je?)
2. Stella: Mir geht es gut. Meine Woche ist bisher sehr anstrengend. (Met mij gaat het goed. Mijn week is tot nu toe erg zwaar.)
3. Luis: Warum das? (Waarom dat?)
4. Stella: Am Montag und Dienstag arbeite ich mehr als zehn Stunden. Manchmal komme ich erst nachts nach Hause. (Op maandag en dinsdag werk ik meer dan tien uur. Soms kom ik pas 's nachts thuis.)
5. Luis: Das ist sehr viel. Wie lange arbeitest du an den anderen Tagen? (Dat is heel veel. Hoe lang werk je de andere dagen?)
6. Stella: Am Mittwoch und Donnerstag jeweils acht Stunden, und heute zum Glück nur am Vormittag. (Op woensdag en donderdag elk acht uur, en vandaag gelukkig alleen in de ochtend.)
7. Luis: Dann hast du ja bald Wochenende. Das hast du dir verdient. (Dan heb je binnenkort weekend. Dat heb je verdiend.)
8. Stella: Ja, ich freue mich sehr. Morgen habe ich ein Fußballspiel und am Sonntag mache ich den ganzen Tag nichts. (Ja, ik kijk er erg naar uit. Morgen heb ik een voetbalwedstrijd en zondag doe ik de hele dag niets.)
9. Luis: Das ist ein guter Plan. (Dat is een goed plan.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Wie fühlt sich Stella in der Woche?

(Hoe voelt Stella zich in de week?)

2. Wie lange arbeitet Stella am Montag und Dienstag?

(Hoe lang werkt Stella op maandag en dinsdag?)

3. Was macht Stella am Sonntag?

(Wat doet Stella op zondag?)

4. Wann hat Stella ein Fußballspiel?

(Wanneer heeft Stella een voetbalwedstrijd?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Was machst du normalerweise am Mittwoch und Donnerstag?
  2. Wat doe je meestal op woensdag en donderdag?
  3. Wann hast du am Wochenende Zeit für dich?
  4. Wanneer heb je in het weekend tijd voor jezelf?
  5. Beschreibe einen anstrengenden Tag in deiner Woche.
  6. Beschrijf een vermoeiende dag in jouw week.
  7. Was hast du für deinen nächsten freien Tag geplant?
  8. Wat heb je gepland voor je volgende vrije dag?