Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer over het Spaans <em>futuro simple</em> met speciale aandacht voor onregelmatige werkwoorden zoals salir, venir, poner, tener, poder, saber, haber, hacer, decir en querer. Deze les bespreekt hoe deze werkwoorden hun stam veranderen en geeft praktische voorbeelden. Ideaal voor A2-niveau Spaanse taalleerders die hun kennis over toekomstige tijd willen verdiepen.
  1. De uitgangen voor onregelmatige werkwoorden zijn hetzelfde als voor regelmatige werkwoorden.
  2. We kunnen de onregelmatige werkwoorden in futuro simple opdelen in drie groepen.
Regla (Regel)Verbo (werkwoord)Cambio (verandering)Ejemplo (voorbeeld) 
Verbos que pierden una vocal y reciben un -d- (Werkwoorden die een klinker verliezen en een -d- krijgen)salirsaldr-saldrás temprano. 
venirvendr-Nosotros vendremos pronto. 
ponerpondr-Yo pondré música. 
tenertendr-Él tendrá entradas. 
Verbos que pierden una vocal (Werkwoorden die een klinker verliezen)poderpodr-Ellos podrán tocar guitarra. 
sabersabr-Ella sabrá la dirección. 
haberhabr-Habrá un concierto hoy. 
Verbos completamente irregulares (Volledig onregelmatige werkwoorden)hacerhar-Yo haré la reserva. 
decirdir-Te diré cual puesto en el concierto deseo. (Ik zal je zeggen welke plaats ik op het concert wil.) 
quererquerr-Nosotros querremos asistir. 

 

Oefening 1: El futuro simple: Los verbos irregulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

haré, pondrá, dirá, saldré, vendrán, hará, tendremos, sabrán

1.
Yo ... una reserva para el concierto de rock mañana.
(Ik zal een reservering maken voor het rockconcert morgen.)
2.
Nosotros ... que reservar entradas para el festival.
(Wij zullen kaartjes voor het festival moeten reserveren.)
3.
¿Cuándo ... tus amigos al musical clásico?
(Wanneer zullen je vrienden naar de klassieke musical komen?)
4.
El músico ... unas palabras antes del concierto.
(De muzikant zal voor het concert enkele woorden zeggen.)
5.
Yo ... temprano para comprar las entradas del flamenco.
(Ik zal vroeg vertrekken om de flamenco-kaartjes te kopen.)
6.
Mi amiga ... música moderna en la fiesta esta noche.
(Mijn vriendin zal vanavond moderne muziek op het feest zetten.)
7.
¿Quién ... la compra de las entradas para la ópera?
(Wie zal de kaartjes voor de opera kopen?)
8.
Mis padres ... la dirección del teatro musical.
(Mijn ouders zullen het adres van het musicaltheater weten.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies voor elke situatie de juiste zin in de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd volgens de regels en het gebruik van de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd.

1.
Incorrect. 'Koop jij' is tweede persoon enkelvoud, maar in deze context moeten we eerst persoon gebruiken, dat wil zeggen, 'koop ik'.
Incorrect. De uitgang '-é' wordt alleen toegepast in de eerste persoon enkelvoud en moet aan het einde van het hele werkwoord staan zonder extra toevoegingen.
2.
Incorrect. De juiste vorm is 'zullen zien' zonder accenttekens op de uitgang '-en'.
Incorrect. De uitgang is '-en' op het hele werkwoord zonder letters te verdubbelen; 'zullenzienen' bestaat niet.
3.
Incorrect. De vorm 'zaldraaien' bestaat niet; het werkwoord verandert de stam naar 'zal-'.
Incorrect. De onregelmatige stam is 'zal-', niet 'zalzetten-'; daarom is de juiste vorm 'zal'.
4.
Incorrect. Er ontbreekt een accent in de toekomende vorm 'zal zeggen'.
Incorrect. 'Zei' is geen juiste vorm; de juiste vorm is 'zal zeggen'.

Het futuro simple: Onregelmatige werkwoorden in het Spaans

In deze les leer je over het gebruik van het futuro simple, de toekomende tijd in het Spaans, met een focus op onregelmatige werkwoorden. Het futuro simple wordt gevormd door de uitgang direct aan de infinitief toe te voegen, maar bij sommige werkwoorden verandert de stam voordat de uitgangen worden toegevoegd.

Drie groepen onregelmatige werkwoorden

  • Werkwoorden die een klinker verliezen en een '-d-' krijgen in de stam, zoals salir (saldr-), venir (vendr-), poner (pondr-) en tener (tendr-). Bijvoorbeeld: "Tú saldrás temprano."
  • Werkwoorden die een klinker verliezen, zoals poder (podr-), saber (sabr-), en haber (habr-). Bijvoorbeeld: "Ella sabrá la dirección."
  • Volledig onregelmatige werkwoorden, zoals hacer (har-), decir (dir-) en querer (querr-). Bijvoorbeeld: "Yo haré la reserva."

Belangrijk om te onthouden

De uitgangen voor deze onregelmatige werkwoorden zijn hetzelfde als voor de regelmatige vormen, namelijk: -é, -ás, -á, -emos, -éis, -án. De variatie zit dus alleen in de stam van het werkwoord.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands spreken we meestal over de toekomst met de hulpwerkwoorden “zullen” of het gebruik van de tegenwoordige tijd met tijdsaanduidingen. In het Spaans is het futuro simple een aparte vervoeging die direct aan het werkwoord wordt toegevoegd. Ook komt het gebruik van onregelmatige stamveranderingen in het Spaans vaker voor dan in het Nederlands.

Handige Spaanse woorden en zinnen voor de toekomst:

  • Mañana – morgen
  • Saldrás – jij zult vertrekken
  • Vendremos – wij zullen komen
  • Haré – ik zal doen/maken

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage