Leer el pretérito imperfecto con verbos regulares como ayudar (yo ayudaba) y atender (yo atendía), para describir acciones pasadas continuas y habituales en español.
- Voor werkwoorden die eindigen op "-ar" wordt "-aba, -abas, -aba, -ábamos, -abais, -aban" toegevoegd.
- Voor werkwoorden die eindigen op -er/-ir wordt toegevoegd "-ía, -ías, -ía, -íamos, -íais, -ían".
| Verbo ayudar | Verbo atender |
|---|---|
| Yo ayudaba (Ik hielp) | Yo atendía (Ik assisteerde) |
| Tú ayudabas (Jij hielp) | Tú atendías (Jij atendías) |
| Él / Ella ayudaba (Hij / Zij hielp) | Él / Ella atendía (Hij / Zij bediende) |
| Nosotros / Nosotras ayudábamos (Wij hielpen) | Nosotros / Nosotras atendíamos (Wij bedienden) |
| Vosotros / Vosotras ayudabais (Jullie hielpen) | Vosotros / Vosotras atendíais (Jullie bedienden) |
| Ellos / Ellas ayudaban (Zij hielpen) | Ellos / Ellas atendían (Zij bedienden) |
Uitzonderingen!
- De eerste en derde persoon enkelvoud zijn hetzelfde.
Oefening 1: De onvoltooid verleden tijd van regelmatige werkwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
trabajábamos, usabas, llegaba, ayudaban, visitaban, explicaba, escuchabais, llamaba
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Selecteer de correcte zin die de pretérito imperfecto van regelmatige of onregelmatige werkwoorden gebruikt, let op de uitgangen en onregelmatige vormen, in de context van noodhulpdiensten.