Leerás el pretérito imperfecto de los verbos irregulares ser (era), ir (iba) y ver (veía), con ejemplos prácticos relacionados con situaciones de emergencia y voluntariado.
Persona (Persoon)Conjugación (vervoeging)Ejemplos (Voorbeelden)
Yoera, iba, veíaYo era voluntario en la Cruz Roja. (Ik was vrijwilliger bij het Rode Kruis.)
Yo iba al hospital cada semana. (Ik ging elke week naar het ziekenhuis.)
Yo veía ambulancias pasar por mi calle. (Ik zag ambulances voorbij mijn straat rijden.)
eras, ibas, veíaseras parte del equipo de emergencia. (Jij was onderdeel van het noodteam.)
ibas al centro médico en bici. (Jij ging met de fiets naar het medisch centrum.)
veías las instrucciones en la pared. (Jij zag de instructies aan de muur.)

Él 

Ella

era, iba, veíaElla era paramédica en la ambulancia. (Zij was paramedicus in de ambulance.)
Él iba a emergencias con su equipo. (Hij ging met zijn team naar de spoedeisende hulp.)
Ella veía pacientes graves a diario. (Zij zag ernstig zieke patiënten dagelijks.)

Nosotros

Nosotras

éramos, íbamos, veíamosNosotros éramos responsables del teléfono de emergencia. (Wij waren verantwoordelijk voor de noodtelefoon.)
Nosotros íbamos al hospital cada mañana. (Wij gingen elke ochtend naar het ziekenhuis.)
Nosotras veíamos muchas situaciones reales. (Wij zagen veel echte situaties.)

Vosotros

Vosotras

erais, ibais, veíaisVosotros erais los encargados de socorro. (Jullie waren de verantwoordelijken voor hulpverlening.)
Vosotras ibais con la Cruz Roja. (Jullie gingen met het Rode Kruis.)
Vosotros veíais vídeos del accidente. (Jullie keken videos van het ongeluk.)

Ellos

Ellas

eran, iban, veíanEllos eran voluntarios muy buenos. (Zij waren zeer goede vrijwilligers.)
Ellos iban a la sala de urgencias. (Zij waren op weg naar de eerstehulpafdeling.)
Ellos veían muchos casos complicados. (Zij zagen veel gecompliceerde gevallen.)

 

Oefening 1: De onvoltooid verleden tijd van onregelmatige werkwoorden

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

veías, era, ibas, íbamos, veía, veíamos, iban

1. Ver:
Nosotros ... muchos casos cada día.
(Nosotros veíamos muchos casos cada día.)
2. Ir:
Nosotros ... a la Cruz Roja cada semana.
(Nosotros íbamos a la Cruz Roja cada semana.)
3. Ser:
El médico ... muy amable con los pacientes.
(El médico era muy amable con los pacientes.)
4. Ir:
Ellos ... al centro médico cada mañana.
(Ellos iban al centro médico cada mañana.)
5. Ver:
Yo ... ambulancias pasar todo el día.
(Yo veía ambulancias pasar todo el día.)
6. Ser:
Ella ... voluntaria en emergencias.
(Ella era voluntaria en emergencias.)
7. Ir:
Tú ... al hospital cuando era urgente.
(Tú ibas al hospital cuando era urgente.)
8. Ver:
¿Tú ... las instrucciones en la sala?
(¿Tú veías las instrucciones en la sala?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Selecteer voor elke situatie die te maken heeft met de spoeddiensten de juiste zin in de pretérito imperfecto.

1.
'Hielp' staat in de pretérito perfecto simple, niet in de pretérito imperfecto; dit is niet de gevraagde tijd.
'Hielpten' is tweede persoon meervoud, maar het onderwerp is 'ik', dus het komt niet overeen.
2.
'Ging' is eerste of derde persoon enkelvoud, komt niet overeen met 'wij'.
'Ging' is eerste of derde persoon enkelvoud, komt niet overeen met 'wij'.
3.
'Werkten' is tweede persoon meervoud, komt niet overeen met het geïmpliceerde onderwerp 'jij' in de vraag.
'Werkten' is derde persoon meervoud, komt niet overeen met het geïmpliceerde onderwerp 'jij' in de vraag.
4.
'Was' is tweede persoon enkelvoud, komt niet overeen met 'zij'.
'Wij waren' is eerste persoon meervoud, komt niet overeen met het onderwerp 'zij'.

Inleiding tot het pretérito imperfecto bij onregelmatige werkwoorden

In deze les staat het gebruik van het pretérito imperfecto in het Spaans centraal, met speciale aandacht voor onregelmatige werkwoorden. Dit werkwoordverleden tijd wordt gebruikt om gewoontes, herhaalde handelingen of omstandigheden in het verleden te beschrijven. Dat maakt het essentieel om te begrijpen en correct toe te passen voor een vloeiende communicatie.

Onregelmatige werkwoorden in de pretérito imperfecto

Er zijn drie belangrijke onregelmatige werkwoorden die je in de pretérito imperfecto moet kennen: ser (zijn), ir (gaan) en ver (zien). Deze werkwoorden wijken af van het reguliere patroon en hebben unieke vervoegingen die je moet memoriseren om fouten te vermijden.

Vervoegingen en voorbeelden

  • Yo: era, iba, veía
    Voorbeeld: Yo era voluntario en la Cruz Roja.
  • : eras, ibas, veías
    Voorbeeld:ibas al centro médico en bici.
  • Él/Ella: era, iba, veía
    Voorbeeld: Ella veía pacientes graves a diario.
  • Nosotros/Nosotras: éramos, íbamos, veíamos
    Voorbeeld: Nosotros íbamos al hospital cada mañana.
  • Vosotros/Vosotras: erais, ibais, veíais
    Voorbeeld: Vosotros erais los encargados de socorro.
  • Ellos/Ellas: eran, iban, veían
    Voorbeeld: Ellos iban a la sala de urgencias.

Belangrijke opmerkingen over verschillen tussen Nederlandse en Spaanse verleden tijden

In tegenstelling tot het Nederlands, heeft het Spaans verschillende verleden tijden die nauwkeurig worden gebruikt afhankelijk van de context. Het pretérito imperfecto correspondeert het meest met de Nederlandse onvoltooid verleden tijd, maar wordt vaak ook gebruikt waar wij in het Nederlands de tijdsaanduiding combineren met het imperfectum om gewoonte of herhaling uit te drukken. Ook hebben de onregelmatige werkwoorden in het Spaans unieke vormen die in het Nederlands niet voorkomen.

Handige uitdrukkingen en vergelijkingen

  • Ser: staat voor zijn — vergelijkbaar met het Nederlandse "waren" in de verleden tijd.
  • Ir: gaat over beweging — "ging" in het Nederlands, altijd een onregelmatig werkwoord.
  • Ver: betekent zien — vaak gewoon "zag" in het Nederlands, maar met persoonlijke vormen in het Spaans.
  • Ik was vrijwilligerswerker.Yo era voluntario.
  • Jij ging naar het ziekenhuis.Tú ibas al hospital.
  • Hij/zij zag ambulances.Él/Ella veía ambulancias.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Anja Radovanovic

taalwetenschappen

Ca' Foscari University of Venice

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

vrijdag, 28/11/2025 08:43