Leerás el imperativo negativo para dar órdenes en segunda persona, usando formas como “No trabajes” y reflexivos como “No te quedes”, con pronombres antes del verbo y siempre precedidos por “no”.
  1. Voor de tweede persoon enkelvoud tú, gebruik de vorm van de tegenwoordige aanvoegende wijs.
  2. Voor de tweede persoon meervoud vosotros wordt '-éis'/'-áis' toegevoegd.
  3. Bij negatieve zinnen staan de voornaamwoorden altijd voor de werkwoordsvorm: no te quedes
Persona (Persoon)Forma (Vorm)Ejemplo (Voorbeeld)
No trabajesNo trabajes sin comunicarlo (Werk niet zonder het te melden)
VosotrosNo trabajéisNo trabajéis sin apoyo. (Werk niet zonder steun.)
Tú + pronombreNo te quedesNo te quedes solo sin avisar. (Blijf niet alleen zonder iets te zeggen.)
Vosotros + pronombreNo os quedéisNo os quedéis sin tareas. (Blijf niet zonder taken.)

 

Uitzonderingen!

  1. Zet altijd no voor de werkwoord.

Oefening 1: De negatieve gebiedende wijs

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

trabajes, comáis, presentes, descanséis, ayudéis, hables, me llames, escuchéis

1. Descansar (Vosotros):
No ... en el sofá, por favor.
(No descanséis en el sofá, por favor.)
2. Trabajar (Tú):
No ... solo, puedes preguntar tu compañero.
(No trabajes solo, puedes preguntar tu compañero.)
3. Comer (Vosotros):
No ... en la sala de reuniones, por favor.
(No comáis en la sala de reuniones, por favor.)
4. Llamar + me: (Tú):
No ... si estás en la reunión.
(No me llames si estás en la reunión.)
5. Escuchar (Vosotros):
Chicos, no ... solo a un miembro del grupo.
(Chicos, no escuchéis solo a un miembro del grupo.)
6. Ayudar (Vosotros):
No ... sin consultar al jefe antes.
(No ayudéis sin consultar al jefe antes.)
7. Hablar (Tú):
Por favor, no ... durante la entrevista de trabajo.
(Por favor, no hables durante la entrevista de trabajo.)
8. Vivir (Tú):
No ... sin comunicarte con el equipo.
(No presentes sin comunicarte con el equipo.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin met de ontkennende gebiedende wijs in de tweede persoon om opdrachten of instructies te geven die te maken hebben met teamwork. Identificeer de juiste vorm van de tegenwoordige aanvoegende wijs met 'tú' of 'vosotros' en de correcte positie van de ontkennende voornaamwoorden.

1.
Onjuist: deze vorm is voor 'vosotros', niet voor 'tú'.
Onjuist: 'hablas' is indicatief, niet de tegenwoordige aanvoegende wijs die nodig is voor de ontkennende gebiedende wijs.
2.
'envías' is een indicatiefvorm uit een ander dialect en hier niet correct.
Onjuist: gebruik van de infinitief in plaats van de tegenwoordige aanvoegende wijs voor de ontkennende gebiedende wijs.
3.
Verkeerde positie van het voornaamwoord 'te'; het moet vóór het werkwoord staan, niet erna.
'olvidas' is indicatief, geen ontkennende gebiedende wijs.
4.
Verkeerde plaatsing van het voornaamwoord en werkwoord in indicatief in plaats van aanvoegende wijs.
Verkeerde werkwoordsvorm en ongeschikte uitspraak voor de ontkennende gebiedende wijs.

El Imperativo Negativo: Een Overzicht

In deze les leer je hoe je in het Spaans het imperativo negativo gebruikt, oftewel de gebiedende wijs in de ontkennende vorm. Dit betekent dat je leert hoe je iemand beleefd en duidelijk vertelt wat hij of zij juist niet moet doen. Het is een belangrijk onderdeel om directieve uitspraken te maken in het dagelijks leven, denk aan instructies, waarschuwingen of verbodsbepalingen.

Belangrijkste kenmerken van het imperativo negativo

  • Gebruik bij de tweede persoon enkelvoud (tú): Je gebruikt hiervoor de vorm van de presente de subjuntivo. Bijvoorbeeld: No trabajes.
  • Gebruik bij de tweede persoon meervoud (vosotros): Voeg -éis of -áis toe volgens het werkwoordtype. Bijvoorbeeld: No trabajéis.
  • Negatieve pronomen: Deze komen altijd voor het werkwoord, bijvoorbeeld No te quedes of No os quedéis.
  • Altijd voorafgegaan door „no”: Dit woord staat aan het begin van de zin om de ontkenning aan te geven.

Voorbeelden en gebruik

Hier zijn voorbeelden die laten zien hoe je het imperativo negativo toepast bij verschillende personen en met voornaamwoorden:

PersoonVormVoorbeeld
No trabajesNo trabajes sin comunicarlo
VosotrosNo trabajéisNo trabajéis sin apoyo.
Tú + voornaamwoordNo te quedesNo te quedes solo sin avisar.
Vosotros + voornaamwoordNo os quedéisNo os quedéis sin tareas.

Verschillen tussen Nederlands en Spaans

In het Nederlands gebruik je vaak de gebiedende wijs zonder specifieke werkwoordsvormverandering, bijvoorbeeld "Werk niet zonder hulp". In het Spaans is dat anders: moet je het subjuntivo gebruiken voor de negatieve imperatief en staat het ontkennende woord "no" altijd voor het werkwoord. Ook staan werkwoordelijke voornaamwoorden in het Spaans voor het werkwoord bij een negatieve gebiedende wijs, terwijl ze in het Nederlands meestal achter het werkwoord staan of apart worden uitgesproken.

Handige woorden en uitdrukkingen

  • No: ontkenning, altijd vóór het werkwoord.
  • Trabajar (werken): in de imperativo negativo No trabajes (jij) / No trabajéis (jullie).
  • Quedarse (blijven): met persoonlijk voornaamwoord No te quedes / No os quedéis.
  • Pronombres (voornaamwoorden): te (jij), os (jullie), altijd vóór het werkwoord in negatieve imperatieven.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage