Leer het presente de subjuntivo van regelmatige Spaanse werkwoorden. Deze les behandelt de vorming met uitgang -e voor -ar werkwoorden en -a voor -er/-ir werkwoorden en het gebruik van de subjuntivo bij wensen, twijfels en emoties. Inclusief essentiële voorbeelden met het werkwoord mandar en aandacht voor onregelmatige vormen zoals ser.
- Werkwoorden die eindigen op -ar vormen de subjunctief met de stam + -e, -es, -e, -emos, -éis, -en.
- Werkwoorden die eindigen op -er/-ir vormen de subjuntivo met de stam + -a, -as, -a, -amos, -áis, -an.
- Het wordt gebruikt na uitdrukkingen zoals: quiero que, espero que, dudo que, ojalá.
Pronombre (Voornaamwoord) | Verbo: mandar (werkwoord: sturen) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Yo | Mande | Él quiere que yo mande la carta |
Tú | Mandes | Es importante que mandes un email. |
Él / Ella | Mande | Quiero que ella mande el mensaje. |
Nosotros/as | Mandemos | Ojalá que mandemos el currículum a tiempo. |
Vosotros/as | Mandéis | Es raro que mandéis postales. |
Ellos/as | Manden | Dudo que ellos manden la firma hoy. |
Uitzonderingen!
- Ser is onregelmatig: sea, seas, sea, seamos, seáis, sean.
Oefening 1: El presente de subjuntivo: Los verbos regulares
Instructie: Vul het juiste woord in.
recibamos, recibas, envíe, sea
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin die de aan het subjunctief tegenwoordige tijd correcte vorm gebruikt in elke groep. Let op de werkwoorduitgangen en de context om veelvoorkomende fouten te herkennen.