Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer het presente de subjuntivo van regelmatige Spaanse werkwoorden. Deze les behandelt de vorming met uitgang -e voor -ar werkwoorden en -a voor -er/-ir werkwoorden en het gebruik van de subjuntivo bij wensen, twijfels en emoties. Inclusief essentiële voorbeelden met het werkwoord mandar en aandacht voor onregelmatige vormen zoals ser.
  1. Werkwoorden die eindigen op -ar vormen de subjunctief met de stam + -e, -es, -e, -emos, -éis, -en.
  2. Werkwoorden die eindigen op -er/-ir vormen de subjuntivo met de stam + -a, -as, -a, -amos, -áis, -an.
  3. Het wordt gebruikt na uitdrukkingen zoals: quiero que, espero que, dudo que, ojalá.
Pronombre (Voornaamwoord)Verbo: mandar (werkwoord: sturen)Ejemplo (Voorbeeld)
YoMandeÉl quiere que yo mande la carta
MandesEs importante que mandes un email.
Él / EllaMandeQuiero que ella mande el mensaje.
Nosotros/asMandemosOjalá que mandemos el currículum a tiempo.
Vosotros/asMandéisEs raro que mandéis postales.
Ellos/asMandenDudo que ellos manden la firma hoy.

 

Uitzonderingen!

  1. Ser is onregelmatig: sea, seas, sea, seamos, seáis, sean.

Oefening 1: El presente de subjuntivo: Los verbos regulares

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

recibamos, recibas, envíe, sea

1. Recibir (tú):
Prefiero que ... el paquete en mano.
(Ik heb liever dat je het pakket persoonlijk ontvangt.)
2. Recibir (tú):
Espero que ... mi carta pronto.
(Ik hoop dat je mijn brief snel ontvangt.)
3. Ser (ella):
Es necesario que ... puntual para la reunión.
(Het is noodzakelijk dat je op tijd bent voor de vergadering.)
4. Recibir (nosotros):
Ojalá que ... una respuesta rápida.
(Hopelijk ontvangen we snel een antwoord.)
5. Enviar:
Dudo que él ... el email hoy.
(Ik betwijfel of hij de e-mail vandaag verstuurt.)
6. Ser:
Deseo que ... un día productivo para todos.
(Ik wens dat het een productieve dag voor iedereen is.)
7. Enviar (yo):
No creo que ... un mensaje tan tarde.
(Ik denk niet dat hij zo laat een bericht stuurt.)
8. Ser:
Quiero que ella ... feliz con su decisión.
(Ik wil dat zij gelukkig is met haar beslissing.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin die de aan het subjunctief tegenwoordige tijd correcte vorm gebruikt in elke groep. Let op de werkwoorduitgangen en de context om veelvoorkomende fouten te herkennen.

1.
Het is niet correct om 'verstuurts' te gebruiken met 'zij'; de juiste vorm is 'verstuurt' voor hij/zij in de aan het subjunctief tegenwoordige tijd.
'Verstuurde' staat in de verleden tijd, niet in de aan het subjunctief tegenwoordige tijd; hier is de aan het subjunctief tegenwoordige tijd nodig na 'Ik hoop dat'.
2.
De vorm 'verstuurt' is voor hij/zij; voor wij moet het 'versturen' zijn.
'Verstuurden' is indicatief, niet aan het subjunctief; hier is aan het subjunctief nodig na 'Ik twijfel eraan dat'.
3.
'Verstuurt' is indicatief, de aan het subjunctief moet 'verstuur' zijn na 'Ik wil dat'.
'Verstuurt' hoort bij hij/zij; voor 'jij' moet het 'verstuur' zijn.
4.
'Verstuurden' is verleden tijd aan het subjunctief; de tegenwoordige tijd is vereist volgens de context en uitleg.
'Verstuurt' is indicatief; de aan het subjunctief is nodig bij 'Hopelijk'.

El presente de subjuntivo: de regelmatige werkwoorden

In deze les leer je het presente de subjuntivo van regelmatige werkwoorden in het Spaans. De subjuntivo wordt gebruikt om wensen, twijfel, emoties en onzekere gebeurtenissen uit te drukken. Het is een belangrijk onderdeel van de Spaanse grammatica, vooral bij het verbinden van zinnen met werkwoorden zoals querer (willen), esperar (hopen) en dudar (twijfelen).

Vorming van de subjuntivo

Werkwoorden die eindigen op -ar krijgen de subjuntivo uitgangen: -e, -es, -e, -emos, -éis, -en. Bijvoorbeeld: het werkwoord mandar wordt mande, mandes, mande, mandemos, mandéis, manden.

Voor werkwoorden die eindigen op -er en -ir zijn de uitgangen: -a, -as, -a, -amos, -áis, -an. Dit patroon is essentieel om de juiste vormen te herkennen en te gebruiken.

Gebruik van de subjuntivo

  • Wensen: Quiero que ella mande la carta.
  • Twijfel: Dudo que ellos manden el paquete.
  • Emoties: Es importante que mandes un correo.
  • Hoop: Ojalá que mandemos el currículum a tiempo.

Onregelmatige werkwoorden

Let op onregelmatige vormen zoals ser: sea, seas, sea, seamos, seáis, sean. Deze wijken af van de standaardregels en zijn belangrijk om goed te leren.

Opmerkingen over het Nederlands

In het Nederlands gebruiken we vaak de aanvoegende wijs of bijzondere constructies om vergelijkbare betekenissen uit te drukken, maar dit is minder systematisch dan in het Spaans. Woorden als "wensen", "twijfelen" en "hoop" worden vaak met de conjunctief vertaald, al is die in het Nederlands minder gangbaar. Dit maakt het Spaans wat explicieter in het uitdrukken van subjectieve gevoelens en attitudes.

Handige Spaanse uitdrukkingen zijn bijvoorbeeld: quiero que (ik wil dat), espero que (ik hoop dat), en dudo que (ik twijfel of). Deze passen prima bij het gebruik van de presente de subjuntivo.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage