Leerás el imperativo afirmativo formal en "usted" y "ustedes", con verbos como "hable" (spreek), "contrate" (huur in) y "preséntese" (presenteer uzelf), perfectos para dar órdenes y consejos en contextos formales.
- Para usted, gebruik de derde persoon enkelvoud van de aanvoegende wijs.
- Voor ustedes gebruik je de 3e persoon meervoud van de conjunctief.
| Persona (Persoon) | Formación (Vorming) | Ejemplo (Voorbeeld) |
|---|---|---|
| Usted (Usted) | Hable | Hable con los recursos humanos. (Praat met de personeelsafdeling.) |
| Ustedes (Ustedes) | Hablen | Hable con la jefa antes de firmar el contrato. (Hable met de baas voordat u het contract ondertekent.) |
| Usted (Usted) | Contrate | Contrate al candidato ideal. (Neem aan de ideale kandidaat.) |
| Ustedes (Ustedes) | Contraten | Contraten personal para la vacante. (Neem aan personeel aan voor de vacature.) |
| Usted (Usted) | Preséntese | Preséntese en la entrevista a las 9. (Presenteer u op het interview om 9 uur.) |
| Ustedes (Ustedes) | Preséntense | Preséntense con traje. (Presenteer u met pak.) |
Oefening 1: Informele gebiedende wijs: "Usted" en "Ustedes"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Confirmen, Hable, Firme, Contraten, Preséntese, Pregunten, Firmen, Esperen
1.
Esperar: ustedes:
... en recepción.
(Esperen en recepción.)
2.
Firmar: usted:
... los documentos.
(Firme los documentos.)
3.
Contratar: ustedes:
... solo personal cualificado.
(Contraten solo personal cualificado.)
4.
Confirmar: ustedes:
... su disponibilidad por correo.
(Confirmen su disponibilidad por correo.)
5.
Preguntar: ustedes:
... todo lo necesario antes de firmar.
(Pregunten todo lo necesario antes de firmar.)
6.
Presentarse: usted:
... a la entrevista.
(Preséntese a la entrevista.)
7.
Firmar: ustedes:
... después de revisar.
(Firmen después de revisar.)
8.
Hablar: usted:
... en la presentación.
(Hable en la presentación.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste optie om de zin compleet te maken met de bevestigende formele gebiedende wijs in "u" of "jullie", afhankelijk van wat passend is. Let goed op de correcte vervoeging van de tegenwoordige aanvoegende wijs om formele bevelen of adviezen te geven.
1.
Als het bevel voor één persoon (u) is, moet 'huur in' gebruikt worden, niet 'huren'.
'Huurde' staat in de verleden tijd, niet in de formele gebiedende wijs voor 'u'; de aanvoegende wijs moet worden gebruikt.
2.
'Spreek' is de informele gebiedende wijs voor 'jij', niet voor 'u'.
'Sprak' staat in de verleden tijd, dit is geen gebiedende wijs.
3.
Het wederkerend voornaamwoord ‘u’ ontbreekt, nodig bij het wederkerend werkwoord 'zich presenteren'.
Deze vorm is enkelvoud, onjuist als het bevel voor meerdere personen is.
4.
Deze vorm is voor 'u' enkelvoud, niet voor 'jullie' meervoud.
'Huren' staat in de tegenwoordige tijd voor 'jullie', niet in de formele gebiedende wijs voor 'u'.