Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je in het Spaans de directe voornaamwoorden "lo", "la", "los" en "las" correct gebruikt om lijdende voorwerpen te vervangen. Deze les behandelt de overeenstemming in geslacht en aantal, juiste plaatsing in zinnen en geeft praktische voorbeelden voor dagelijks taalgebruik.
  1. Lijdend voornaamwoorden moeten overeenkomen in geslacht en aantal met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen.
  2. Ze worden meestal vóór het werkwoord geplaatst.
Pronombres (Voornaamwoorden)Ejemplo (Voorbeeld)
Lo¿Has visto el recepcionista? (Heb je de receptionist gezien?)
¿Lo has visto? (¿Heb je het gezien?)
Hemos reportado el problema. (We hebben het probleem gemeld.)
Lo hemos reportado. (Lo hebben wij gemeld.)
LaElla ha entregado la llave en recepción. (Zij heeft de sleutel bij de receptie ingeleverd.)
Ella la ha entregado en recepción. (Zij heeft la bij de receptie afgeleverd.)
Veo la recepción desde aquí. (Ik zie de receptie vanaf hier.)
 La veo desde aquí. ( Ik zie het vanaf hier.)
LosHe solicitado los servicios extra. (Ik heb de extra diensten aangevraagd.)
Los he solicitado. (Ze heb ik aangevraagd.)
LasEl cliente ha pedido las llaves. (De klant heeft de sleutels gevraagd.)
El cliente las ha pedido. (De klant heeft ze besteld.)

Oefening 1: Los pronombres de objeto directo: "Lo", "La", "Los", "Las"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

los, las, lo, la

1.
¿Dónde está la llave? No ... encuentro.
(Waar is de sleutel? Ik kan hem niet vinden.)
2.
El cliente ha pedido la salida tarde y ... han aprobado.
(De klant heeft gevraagd om laat te vertrekken en dit is goedgekeurd.)
3.
Hemos tenido un problema y ... hemos solucionado rápido.
(We hebben een probleem gehad en hebben het snel opgelost.)
4.
Quiero descansar un poco, así que ... hago en la habitación.
(Ik wil even uitrusten, dus ik doe dat in de kamer.)
5.
¿Ya has hecho el check-in? Sí, ... he hecho esta mañana.
(Heb je al ingecheckt? Ja, ik heb het vanochtend gedaan.)
6.
Los documentos estaban en la maleta y ... he olvidado.
(De documenten zaten in de koffer en ik ben ze vergeten.)
7.
¿Tienes la tarjeta del hotel? No, no ... tengo.
(Heb je de hotelkaart? Nee, ik heb hem niet.)
8.
He visto las llaves en recepción y ... he tomado.
(Ik heb de sleutels bij de receptie gezien en meegenomen.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin die correct het lijdend voornaamwoord 'lo', 'la', 'los' of 'las' gebruikt.

1.
'Lo' komt niet overeen in geslacht met 'la llave', dat vrouwelijk is; 'la' moet worden gebruikt.
2.
'Las' duidt meervoud vrouwelijk aan, maar 'recepcionistas' is hier mannelijk meervoud; 'los' moet worden gebruikt.
'Lo' is enkelvoud mannelijk, maar 'recepcionistas' is meervoud; 'los' moet worden gebruikt.
3.
'Lo' is mannelijk enkelvoud, komt niet overeen met 'las toallas'.
'Los' is mannelijk meervoud, komt niet overeen met 'las toallas', dat vrouwelijk meervoud is.
4.
'La' is vrouwelijk enkelvoud, komt niet overeen met 'el hotel'.
'Los' is meervoud, maar 'el hotel' is enkelvoud; 'lo' moet worden gebruikt.

Los pronombres de objeto directo: “Lo”, “La”, “Los”, “Las”

In deze les leer je over de directe voornaamwoorden in het Spaans: lo, la, los en las. Deze voornaamwoorden vervangen een zelfstandig naamwoord in een zin om herhaling te voorkomen en maken zinnen korter en natuurlijker. Ze zijn essentieel voor het vloeiend spreken en begrijpen van alledaags Spaans.

Wat zijn directe voornaamwoorden?

Directe voornaamwoorden vervangen het lijdend voorwerp van een werkwoord. Ze stemmen altijd overeen in geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud) met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen.

Voorbeelden

  • ¿Has visto el recepcionista? → ¿Lo has visto?
  • Ella ha entregado la llave en recepción. → Ella la ha entregado en recepción.
  • He solicitado los servicios extra. → Los he solicitado.
  • El cliente ha pedido las llaves. → El cliente las ha pedido.

Plaatsing van de voornaamwoorden

Deze voornaamwoorden staan meestal direct vóór het vervoegde werkwoord in de zin, bijvoorbeeld: Lo he visto (Ik heb hem gezien).

Belangrijke punten

  • Let op de overeenkomt in geslacht en getal: lo (mannelijk enkelvoud), la (vrouwelijk enkelvoud), los (mannelijk meervoud) en las (vrouwelijk meervoud).
  • Ze vermijden herhaling en zorgen voor natuurlijke en vloeiende zinnen.

Verschillen met het Nederlands

In het Spaans is het gebruik van directe voornaamwoorden uitgebreider en strikter dan in het Nederlands. Waar wij soms het lijdend voorwerp herhalen, vervangt het Spaans dit consistent met deze voornaamwoorden. Een voorbeeld is “Ik zie de receptionist” dat wordt “Yo lo veo” om “el recepcionista” te vervangen. In het Nederlands wordt vaak geen apart voornaamwoord gebruikt. Daarnaast moet je goed letten op geslacht en aantal, wat in het Nederlands minder nadrukkelijk is.

Handige woorden en uitdrukkingen:

  • Lo = hem / het (mannelijk, enkelvoud)
  • La = haar / het (vrouwelijk, enkelvoud)
  • Los = hen / ze (mannelijk, meervoud)
  • Las = hen / ze (vrouwelijk, meervoud)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage