A2.7: Als toerist in de stad

Como turista en la ciudad

Leer essentiële Spaanse uitdrukkingen en woorden zoals 'Por qué' (waarom) en 'Porque' (omdat) om informatie te vragen en richtingen te krijgen tijdens een stedentrip. Oefen met praktische dialogen over toeristische informatie, vervoer en het kopen van tickets in de stad.

luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

Woordenschat (18)

 Ir de paseo: Wandelen (Spaans)

Ir de paseo

Show

Wandelen Show

 Consultar un mapa: Een kaart raadplegen (Spaans)

Consultar un mapa

Show

Een kaart raadplegen Show

 Mirar un plano de metro: Kijken naar een metrokaart (Spaans)

Mirar un plano de metro

Show

Kijken naar een metrokaart Show

 Coger un taxi: Een taxi nemen (Spaans)

Coger un taxi

Show

Een taxi nemen Show

 El monumento: Het monument (Spaans)

El monumento

Show

Het monument Show

 Hacer una foto: Een foto maken (Spaans)

Hacer una foto

Show

Een foto maken Show

 La plaza mayor: de grote markt (Spaans)

La plaza mayor

Show

De grote markt Show

 Ver una exposición: Een tentoonstelling bezoeken (Spaans)

Ver una exposición

Show

Een tentoonstelling bezoeken Show

 Mandar una postal: Een ansichtkaart sturen (Spaans)

Mandar una postal

Show

Een ansichtkaart sturen Show

 La calle peatonal : De voetgangersstraat (Spaans)

La calle peatonal

Show

De voetgangersstraat Show

 El museo nacional: Het nationale museum (Spaans)

El museo nacional

Show

Het nationale museum Show

 El mercado local: de lokale markt (Spaans)

El mercado local

Show

De lokale markt Show

 El paseo guiado: De rondleiding (Spaans)

El paseo guiado

Show

De rondleiding Show

 El centro histórico: het historische centrum (Spaans)

El centro histórico

Show

Het historische centrum Show

 La boca de metro: De metro-ingang (Spaans)

La boca de metro

Show

De metro-ingang Show

 La estatua: het standbeeld (Spaans)

La estatua

Show

Het standbeeld Show

 El palacio: Het paleis (Spaans)

El palacio

Show

Het paleis Show

 La ciudad cosmopolita: De kosmopolitische stad (Spaans)

La ciudad cosmopolita

Show

De kosmopolitische stad Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Ver una exposición


Een tentoonstelling bezoeken

2

La calle peatonal


De voetgangersstraat

3

Mandar una postal


Een ansichtkaart sturen

4

El mercado local


De lokale markt

5

El monumento


Het monument

Ejercicio 2: Gespreksoefening

Instrucción:

  1. Describe lo que este turista en Copenhague está haciendo en las fotos. (Beschrijf wat deze toerist in Kopenhagen aan het doen is op de foto's.)
  2. ¿Qué podría decir la persona en cualquiera de las situaciones? (Wat zou de persoon in een van de situaties kunnen zeggen?)
  3. ¿Todavía envías postales de tus vacaciones? ¿A quién las envías? (Stuur je nog steeds ansichtkaarten vanaf je vakantie? Naar wie stuur je ze?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

La mujer toma un taxi.

De vrouw neemt een taxi.

Consulté las indicaciones en el mapa.

Ik heb de route op de kaart opgezocht.

¿Me puede decir cómo llegar al monumento?

Kunt u mij vertellen hoe ik bij het monument kom?

¿Tienes descuento para estudiantes?

Hebt u een studenten korting?

Uso mi teléfono para llegar al museo.

Ik gebruik mijn telefoon om naar het museum te navigeren.

¿Puedes hacerme una foto?

Kun je een foto van mij maken?

Tengo que enviar una postal a mi familia.

Ik moet een ansichtkaart naar mijn familie sturen.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. He ____ el centro histórico para conocer la cultura local.

(Ik heb het historische centrum ____ om de lokale cultuur te leren kennen.)

2. Nos ____ perdido porque no consultamos bien el mapa.

(We zijn ____ verdwaald omdat we de kaart niet goed raadpleegden.)

3. He ____ mucho porque quería ver la Plaza Mayor y las calles peatonales.

(Ik heb veel ____ omdat ik het Grote Plein en de voetgangersstraten wilde zien.)

4. ¿Por qué ____ perdido el plano del metro?

(Waarom ____ je de metrokaart kwijtgeraakt?)

Oefening 5: Een dag in de stad als toerist

Instructie:

Esta mañana (Visitar - Pretérito perfecto) el centro histórico porque queríamos conocer la plaza mayor y el palacio. Luego, (Perderse - Pretérito perfecto) en el camino hacia el museo nacional porque no (Consultar - Pretérito perfecto) un mapa. Por eso, (Coger - Pretérito perfecto) un taxi para no llegar tarde a la exposición. Finalmente, (Caminar - Pretérito perfecto) por la calle peatonal y (Hacer - Pretérito perfecto) muchas fotos de las estatuas y monumentos que (Ver - Pretérito perfecto) . Estoy contento porque (Aprender - Pretérito perfecto) mucho sobre esta ciudad cosmopolita.


Deze ochtend hebben we bezocht (Bezoeken - Pretérito perfecto) het historische centrum omdat we het grote plein en het paleis wilden leren kennen. Daarna ben ik verdwaald (Verdwalen - Pretérito perfecto) op weg naar het nationaal museum omdat ik geen kaart heb geraadpleegd (Raadplegen - Pretérito perfecto). Daarom hebben we een taxi genomen (Nemen - Pretérito perfecto) om niet te laat te komen bij de tentoonstelling. Uiteindelijk hebben we gewandeld (Wandelen - Pretérito perfecto) door de voetgangersstraat en hebben we veel foto's gemaakt (Maken - Pretérito perfecto) van de standbeelden en monumenten die we hebben gezien (Zien - Pretérito perfecto). Ik ben blij omdat we veel hebben geleerd (Leren - Pretérito perfecto) over deze kosmopolitische stad.

Werkwoordschema's

Visitar - Bezoeken

Pretérito perfecto

  • yo he visitado
  • tú has visitado
  • él/ella ha visitado
  • nosotros hemos visitado
  • vosotros habéis visitado
  • ellos/ellas han visitado

Perderse - Verdwalen

Pretérito perfecto

  • yo me he perdido
  • tú te has perdido
  • él/ella se ha perdido
  • nosotros nos hemos perdido
  • vosotros os habéis perdido
  • ellos/ellas se han perdido

Consultar - Raadplegen

Pretérito perfecto

  • yo he consultado
  • tú has consultado
  • él/ella ha consultado
  • nosotros hemos consultado
  • vosotros habéis consultado
  • ellos/ellas han consultado

Coger - Nemen

Pretérito perfecto

  • yo he cogido
  • tú has cogido
  • él/ella ha cogido
  • nosotros hemos cogido
  • vosotros habéis cogido
  • ellos/ellas han cogido

Caminar - Wandelen

Pretérito perfecto

  • yo he caminado
  • tú has caminado
  • él/ella ha caminado
  • nosotros hemos caminado
  • vosotros habéis caminado
  • ellos/ellas han caminado

Hacer - Maken

Pretérito perfecto

  • yo he hecho
  • tú has hecho
  • él/ella ha hecho
  • nosotros hemos hecho
  • vosotros habéis hecho
  • ellos/ellas han hecho

Ver - Zien

Pretérito perfecto

  • yo he visto
  • tú has visto
  • él/ella ha visto
  • nosotros hemos visto
  • vosotros habéis visto
  • ellos/ellas han visto

Aprender - Leren

Pretérito perfecto

  • yo he aprendido
  • tú has aprendido
  • él/ella ha aprendido
  • nosotros hemos aprendido
  • vosotros habéis aprendido
  • ellos/ellas han aprendido

Oefening 6: La diferencia entre "Por qué" y "Porque"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Het verschil tussen "Por qué" en "Porque"

Toon vertaling Toon antwoorden

por qué, Por qué, porque

1.
¿... no has consultado el plano de la ciudad?
(Waarom heb je de plattegrond van de stad niet geraadpleegd?)
2.
Visitamos la plaza ... nos gusta su historia.
(We bezochten het plein omdat we van de geschiedenis ervan houden.)
3.
Hemos cogido un taxi ... hemos estado muy cansados.
(We hebben een taxi genomen omdat we erg moe waren.)
4.
¿... no has mandado una postal a tus amigos
(Waarom heb je geen ansichtkaart naar je vrienden gestuurd?)
5.
No sé ... han cerrado la calle peatonal.
(Ik weet niet waarom de voetgangersstraat is afgesloten.)
6.
¿... ver una exposición en esa galería?
(Waarom een tentoonstelling in die galerij bezoeken?)
7.
He caminado mucho ... me he perdido esta mañana.
(Ik heb veel gelopen omdat ik vanmorgen verdwaald ben.)
8.
¿... no has hecho una foto del monumento?
(Waarom heb je geen foto van het monument gemaakt?)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.7.2 Gramática

La diferencia entre "Por qué" y "Porque"

Het verschil tussen "Por qué" en "Porque"


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Visitar bezoeken

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he visitado ik heb bezocht
(tú) has visitado jij hebt bezocht
(él/ella) ha visitado hij/zij heeft bezocht
(nosotros/nosotras) hemos visitado wij hebben bezocht
(vosotros/vosotras) habéis visitado jullie hebben bezocht
(ellos/ellas) han visitado zij hebben bezocht

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Perderse zich verliezen

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) me he perdido ik ben verdwaald
(tú) te has perdido jij bent verdwaald
(él/ella) se ha perdido hij/zij is zich verloren
(nosotros/nosotras) nos hemos perdido wij hebben ons verloren
(vosotros/vosotras) os habéis perdido jullie zijn verdwaald
(ellos/ellas) se han perdido zij zijn zich verloren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Caminar lopen

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he caminado ik heb gelopen
(tú) has caminado jij hebt gelopen
(él/ella) ha caminado hij/zij heeft gelopen
(nosotros/nosotras) hemos caminado wij hebben gelopen
(vosotros/vosotras) habéis caminado jullie hebben gelopen
(ellos/ellas) han caminado zij hebben gelopen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Als Toerist in de Stad

Deze les helpt je vertrouwd te raken met alledaagse gesprekken die je in een Spaanse stad kunt voeren, vooral gericht op toeristische situaties. Je leert hoe je informatie kunt vragen bij het toeristenbureau, richtingen kunt vragen en uitleg kunt geven over vervoersmogelijkheden of toegangskaartjes. Daarnaast komt een veelvoorkomend taalkundig punt aan bod: het verschil tussen por qué en porque.

Overzicht van de inhoud

  • Praktische dialogen in situaties zoals:
    • Informatie vragen bij het toeristenbureau.
    • De weg vragen en geven op straat.
    • Kaartjes en tickets kopen voor vervoer en musea.
  • Belangrijke woorden en uitdrukkingen die je helpen om soepel te communiceren, zoals ¿Me puede ayudar? (Kunt u mij helpen?), ¿Por qué no hay visitas guiadas hoy? (Waarom zijn er vandaag geen rondleidingen?), en antwoorden met Porque....
  • Uitleg over grammatica, met name het gebruik van de tegenwoordige voltooide tijd (pretérito perfecto) om gebeurtenissen in het recente verleden te beschrijven, bijvoorbeeld: he visitado (ik heb bezocht).
  • Een korte tekst over een dag toeristisch bezoek, met de belangrijkste stamwoorden en vervoegingen van werkwoorden in pretérito perfecto om te oefenen.
  • Oefeningen met verbuigingskeuze om je kennis van de juiste vervoegingen te testen en te verbeteren.

Belangrijk taalkundig punt: 'Por qué' vs. 'Porque'

Veel studenten worstelen met het verschil tussen:

  • Por qué – als je een vraag stelt die 'waarom' betekent.
    Voorbeeld: ¿Por qué no hay visitas guiadas hoy? (Waarom zijn er vandaag geen rondleidingen?)
  • Porque – om een reden aan te geven, te vertalen als 'omdat'.
    Voorbeeld: Porque hay una fiesta local. (Omdat er een lokaal feest is.)

Praktische tips en voorbeelden

  • Wegbeschrijvingen vragen en geven: ¿Dónde está la catedral? (Waar is de kathedraal?) / Está justo al final de esta calle. (Hij is aan het einde van deze straat.)
  • Kaartjes kopen: ¿Por qué cuesta más el billete de turista? (Waarom kost het toeristenkaartje meer?) / Porque incluye viajes ilimitados. (Omdat het onbeperkte reizen bevat.)
  • Vergelijkbare Nederlandse uitdrukkingen:
    • Por qué komt overeen met het Nederlandse waarom.
    • Porque wordt vertaald met omdat, gebruikt om redenen te geven.
    • De Spaanse tegenwoordige voltooide tijd (he visitado) wordt in het Nederlands vaak vertaald met ik heb bezocht, een perfecte manier om recente handelingen te beschrijven.

Culturele en taalkundige aandachtspunten

In het Spaans hoor en gebruik je vaak het verschil in por qué en porque. In het Nederlands wordt dit onderscheid ook gemaakt, maar de uitspraak en spelling veranderen niet zoals in het Spaans. Spaans maakt daarnaast veel gebruik van de pretérito perfecto om nabije gebeurtenissen te beschrijven, terwijl in het Nederlands ook de verleden tijd gebruikt kan worden.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏