Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Leerás a usar las preposiciones "por" y "para" en español para expresar causa, medio, duración, finalidad, destinatario y dirección, con ejemplos como "por el mal tiempo" y "para comprar un billete".
- "Por" kan oorzaak, motief, reden en duur van een actie uitdrukken.
- "Para" kan de bedoeling, het doel of de strekking van een handeling uitdrukken; het geeft de ontvanger en de richting naar een bestemming aan.
Preposición (Voorzetsel) | Uso (Gebruik) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Por | Causa (Oorzaak) | Hemos cancelado la excursión por el mal tiempo. (We hebben de excursie geannuleerd vanwege het slechte weer.) |
Medio (Middel) | Hemos reservado el vuelo por Internet. (We hebben de vlucht via internet geboekt.) | |
Duración (Duur) | Hemos viajado por dos semanas a España. (We hebben voor twee weken naar Spanje gereisd.) | |
Para | Finalidad (Doel) | He llamado a la agencia para comprar un billete. (Ik heb het bureau gebeld om een kaartje te kopen.) |
Destinatario (Ontvanger) | Este mapa ha sido para los turistas. (Deze kaart is voor de toeristen gemaakt.) | |
Dirección (adres) | El autobús ha salido para el aeropuerto a las 8 AM. (De bus is naar het vliegveld vertrokken om 8 uur 's ochtends.) |
Oefening 1: Las preposiciones "Por" y "Para"
Instructie: Vul het juiste woord in.
por, para
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin die correct het voorzetsel "por" of "para" gebruikt in elk geval.