10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Pedro y Ana organizan una reunión en la oficina y hablan sobre el negocio e imprimir documentos.

1. Pedro: ¿Puedes reservar la sala de reuniones para las 11:00? (Kun je de vergaderzaal reserveren voor 11:00?) Show
2. Ana: Sí, ya la he reservado. También he comprobado que la impresora funciona. (Ja, ik heb hem al gereserveerd. Ik heb ook gecontroleerd of de printer werkt.) Show
3. Pedro: Perfecto. Oye, ¿puedes imprimir las presentaciones? (Perfect. Hé, kun je de presentaties afdrukken?) Show
4. Ana: Claro, pero necesito que me envíes el archivo. ¿Puedes dejar una nota con el nombre? (Natuurlijk, maar ik heb het bestand nodig. Kun je een notitie achterlaten met de naam?) Show
5. Pedro: Hecho. Está en mi despacho, al lado del ordenador. (Geregeld. Het ligt op mijn kantoor, naast de computer.) Show
6. Ana: Vale. Entonces, ¿estás de acuerdo con los puntos que vamos a tratar? (Oké. Ben je het dan eens met de punten die we gaan behandelen?) Show
7. Pedro: No con todos. Creo que deberíamos dedicar más tiempo al nuevo proyecto. (Niet met alle. Ik denk dat we meer tijd aan het nieuwe project moeten besteden.) Show
8. Ana: Sí, tienes razón. Es un tema importante para la empresa. (Ja, je hebt gelijk. Het is een belangrijk onderwerp voor het bedrijf.) Show
9. Pedro: Mira, también he invitado al nuevo asistente para que pueda escuchar la reunión. (Kijk, ik heb ook de nieuwe assistent uitgenodigd zodat hij naar de vergadering kan luisteren.) Show
10. Ana: Buena idea. Así aprende a cómo hablar con los clientes en estas reuniones. (Goed idee. Zo leert hij hoe hij met klanten moet praten in deze vergaderingen.) Show
11. Pedro: ¿Y tú puedes hacer la presentación al final? (En jij kunt de presentatie aan het eind doen?) Show
12. Ana: Sí, no hay problema. Me gusta ver la reacción de los clientes. (Ja, geen probleem. Ik vind het leuk om de reactie van de klanten te zien.) Show
13. Pedro: Perfecto, entonces está todo claro. Voy a prepararme, nos vemos pronto. (Perfect, dan is alles duidelijk. Ik ga me voorbereiden, tot snel.) Show

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Dónde está la sala de reuniones?
    2. Waar is de vergaderruimte?
  2. ¿Quién hace la presentación final?
    3. Wie doet de uiteindelijke presentatie?
  3. ¿Crees que es importante llevar un uniforme en el trabajo? ¿Por qué?
    4. Denk je dat het belangrijk is om een uniform te dragen op het werk? Waarom?
  4. ¿Tienes reuniones a menudo en tu trabajo?
    5. Heb je vaak vergaderingen op je werk?