Leer je de onregelmatige vergelijkingen in het Spaans zoals mejor (beter), peor (slechter), mayor (ouder/groter) en menor (jonger/kleiner) die zonder 'más' of 'menos' worden gebruikt om kwaliteiten, leeftijd of grootte te vergelijken.
  1. Mejor en peor vergelijken kwaliteit.
  2. Mayor en menor geven grootte of leeftijd aan.
  3. Ze hebben geen "más" en "menos" nodig vóór het bijvoeglijk naamwoord.
Adjetivo (Adjectief)Comparativo (Vergelijkend)Ejemplo (Voorbeeld)
BienMejorEl servicio del hotel es mejor que antes. (De service van het hotel is beter dan vroeger.)
MalPeorEste desayuno es peor que el de ayer. (Dit ontbijt is slechter dan dat van gisteren.)
ViejoMayorCuando estás mayor, podemos ir juntos de vacaciones. (Als je ouder bent, kunnen we samen op vakantie gaan.)
JovenMenorCuando eres menor, no puedes viajar solo. (Als je minderjarig bent, mag je niet alleen reizen.)

Oefening 1: De onregelmatige vergelijkingen: Mejor, Peor, Mayor, Menor

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

menor, peor, mayor, mejor

1.
Bien: El desayuno de este hotel es ... que el de ayer.
(Bien: El desayuno de este hotel es mejor que el de ayer.)
2.
Bien: El hotel tiene un servicio ... que el anterior.
(Bien: El hotel tiene un servicio mejor que el anterior.)
3.
Joven: El recepcionista es ... que en otros hoteles.
(Joven: El recepcionista es mejor que en otros hoteles.)
4.
Bien: La habitación es ... que la que reservamos el año pasado.
(Bien: La habitación es mejor que la que reservamos el año pasado.)
5.
Mal: La habitación es ... que la que reservamos.
(Mal: La habitación es peor que la que reservamos.)
6.
Viejo: Mi hermano es ... que yo, así que no tiene descuentos.
(Viejo: Mi hermano es mayor que yo, así que no tiene descuentos.)
7.
Bien: El alojamiento con desayuno incluido es ... que sin él.
(Bien: El alojamiento con desayuno incluido es mejor que sin él.)
8.
Joven: Porque eres ... que yo, tienes el descuento.
(Joven: Porque eres menor que yo, tienes el descuento.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Selecteer de zin die correct gebruikmaakt van de onregelmatige vergelijkingen: beter, slechter, groter, kleiner. Denk eraan dat je geen 'meer' of 'minder' voor het bijvoeglijk naamwoord zet, en dat 'beter' en 'slechter' kwaliteit vergelijken, terwijl 'groter' en 'kleiner' grootte of leeftijd aangeven.

1.
'Beter' is een onregelmatige vergrotende trap en krijgt geen 'meer' ervoor.
'Slechter' drukt kwaliteit uit maar negatief; hier wordt bedoeld dat de dienstverlening beter is.
2.
'Slechter' heeft geen 'meer' nodig ervoor; dat is een veelgemaakte fout.
Verkeerde woordvolgorde en onjuist gebruik van 'meer' vóór 'slechter'.
3.
'Ouder' krijgt geen 'meer' ervoor; het is een onregelmatige vergrotende trap.
Onvolledige zin en onjuist gebruik van 'ouder' zonder vergelijkend complement.
4.
'Kleiner' krijgt geen 'meer' ervoor; dat is een onregelmatige vergrotende trap.
In deze context is 'kleiner dan' onjuist zonder een expliciete vergelijking.

Los comparativos irregulares: Mejor, Peor, Mayor, Menor

Deze les behandelt onregelmatige vergelijkingen in het Spaans die worden gebruikt om kwaliteiten, grootte of leeftijd te vergelijken zonder de gebruikelijke woorden "más" of "menos" vóór het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen.

Wat zijn onregelmatige vergelijkingen?

Normaal gebruik je in het Spaans 'más' of 'menos' voor een bijvoeglijk naamwoord om iets te vergelijken (bijvoorbeeld: más alto = hoger). Echter, er bestaan woorden die van zichzelf al de vergelijkende trap vormen en daarom geen 'más' of 'menos' nodig hebben. Dit zijn de onregelmatige vergelijkingen.

Belangrijke onregelmatige vergelijkingen in deze les

  • Mejor (beter) – vergelijkt kwaliteit, afgeleid van bien (goed)
  • Peor (slechter) – vergelijkt kwaliteit, afgeleid van mal (slecht)
  • Mayor (groter/oudere) – geeft grootte of leeftijd aan, afgeleid van viejo (oud)
  • Menor (kleiner/jongere) – geeft grootte of leeftijd aan, afgeleid van joven (jong)

Gebruik en voorbeelden

Deze vergelijkingen hebben volgende kenmerken:

  • Ze worden zonder "más" of "menos" gebruikt.
  • Mejor en peor vergelijken vooral kwaliteit.
    Voorbeeld: El servicio del hotel es mejor que antes.
  • Mayor en menor duiden op grootte of leeftijd.
    Voorbeeld: Cuando estás mayor, podemos ir juntos de vacaciones.

Verschillen tussen Nederlands en Spaans

In het Nederlands worden vergelijkingen meestal met "beter", "slechter", "groter", "kleiner" gemaakt en daar is het gebruik van "meer" of "minder" vergelijkbaar met "más" of "menos" in het Spaans. Echter, in het Spaans zijn er vaste onregelmatige vormen die het woord "más" of "menos" niet accepteren. In het Nederlands kan dat soms wel gebruikt worden (bijvoorbeeld "meer beter" is fout, net zoals in het Spaans), maar het is belangrijk om in het Spaans deze onregelmatige vormen correct te herkennen en gebruiken.

Nuttige woorden en uitdrukkingen

  • Mejor = beter
  • Peor = slechter
  • Mayor = ouder/groter
  • Menor = jonger/kleiner
  • más = meer (gebruik je niet met deze onregelmatige vergelijkingen)
  • menos = minder (gebruik je niet met deze onregelmatige vergelijkingen)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage