Leer hoe je in het Spaans bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden gebruikt die achter het zelfstandig naamwoord staan, zoals "mío", "tuyo" en "suyo". Deze woorden benadrukken eigendom en stemmen in geslacht en aantal overeen met het zelfstandig naamwoord. Begrijp het verschil met bezittelijke voornaamwoorden en oefen met natuurlijke voorbeelden voor effectief Spaans op A2-niveau.
- Bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden stemmen overeen met het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.
- Deze bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden worden achter het zelfstandig naamwoord geplaatst.
Pronombre (Voornaamwoord) | Adjetivo posesivo (Bezittelijk bijvoeglijk naamwoord) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Yo | Mío / mía / míos / mías | Voy a llevar una vida sana con una amiga mía. (Ik ga een gezond leven leiden met een vriendin van mij.) |
Tú | Tuyo / tuya / tuyos / tuyas | ¿Ese es un compañero tuyo del gimnasio? (Is dat een maatje van jou uit de sportschool?) |
Él / Ella | Suyo / suya / suyos / suyas | Entrena con unos amigos suyos. (Train met een paar vrienden van hem.) |
Nosotros/as | Nuestro / nuestra / nuestros / nuestras | Vamos al entrenamiento con unos primos nuestros. (We gaan naar de training met een paar neven van ons.) |
Vosotros/as | Vuestro / vuestra / vuestros / vuestras | ¿Son unos ejercicios vuestros o del instructor? (Zijn het jullie oefeningen of van de instructeur?) |
Ellos / Ellas | Suyo / suya / suyos / suyas | Practican yoga con unas compañeras suyas. (Ze doen yoga met een paar vriendinnen van hen.) |
Uitzonderingen!
- Voor de derde persoon enkelvoud en meervoud wordt hetzelfde bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
- Wees voorzichtig ze niet te verwarren met bezittelijke voornaamwoorden, zoals la mía, die het zelfstandig naamwoord vervangen. Voorbeeld: Las pesas tuyas (bijvoeglijk naamwoord) zijn zwaarder dan las mías (voornaamwoord). Daarentegen gaat het bezittelijk bijvoeglijk naamwoord altijd samen met het zelfstandig naamwoord.
Oefening 1: Los adjetivos posesivos: "Mío", "Tuyo", "Suyo", ...
Instructie: Vul het juiste woord in.
vuestra, nuestra, tuyo, suya, míos, mía
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin die bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden correct na het zelfstandig naamwoord gebruikt om eigendom te benadrukken, volgens de aangegeven regels.