Leer el condicional tipo 1 en español para expresar condiciones reales y consecuencias futuras usando estructuras como "Si firmas" y "Te mudarás". Practica palabras clave como "contrato", "reformas" y "inmobiliaria".
- Het wordt gebruikt voor echte of mogelijke situaties in de toekomst.
- Voorwaardelijke woorden zoals si moeten gevolgd worden door een werkwoord in de tegenwoordige tijd van de indicatief om de voorwaarde uit te drukken, terwijl de onvoltooide toekomende tijd wordt gebruikt om het gevolg aan te duiden.
| Fórmula (Formule) | Condición (Voorwaarde) | Consecuencia (Gevolg) |
|---|---|---|
| Si + presente + futuro simple (Als + tegenwoordige tijd + toekomende tijd) | Si firmas el contrato (Als je tekent het contract) | Te mudarás pronto. (Je zult binnenkort verhuizen.) |
| Si + presente + futuro simple (Als + tegenwoordige tijd + toekomende tijd) | Si reformas la cocina (Als je de keuken renoveert) | El piso será más caro. (Het appartement zal duurder zijn.) |
| Si + presente + futuro simple (Als + tegenwoordige tijd + toekomende tijd) | Si consultas la inmobiliaria (Als je contact opneemt met het makelaarskantoor) | Te mostrarán más opciones. (Ze zullen je meer opties laten zien.) |
| Si + presente + futuro simple (Als + tegenwoordige tijd + toekomende tijd) | Si buscas residencia temporal (Als je op zoek bent naar tijdelijk verblijf) | Esta es la más ideal. (Dit is het meest ideaal.) |
Oefening 1: Voorwaardelijke zin type 1
Instructie: Vul het juiste woord in.
Si reformas la cocina, Si pagas los gastos de comunidad, Si buscas piso, Si firmas el contrato, Si hay buena publicidad, Si consultas la inmobiliaria, Si vives de alquiler, Si buscas una residencia temporal
1.
Vivir, firmar:
: ..., tendrás que firmar una hipoteca después.
(: Si vives de alquiler, tendrás que firmar una hipoteca después.)
2.
Buscar, ayudar:
: ..., te ayudaré a encontrar uno amueblado.
(: Si buscas piso, te ayudaré a encontrar uno amueblado.)
3.
Reformar, subir:
: ..., el precio subirá mucho.
(: Si reformas la cocina, el precio subirá mucho.)
4.
Consultar, mostrar:
: ..., te mostrarán más opciones.
(: Si consultas la inmobiliaria, te mostrarán más opciones.)
5.
Buscar, encontrar:
: ..., encontrarás esta ideal.
(: Si buscas una residencia temporal, encontrarás esta ideal.)
6.
Haber, visitar:
: ..., más personas visitarán el anuncio.
(: Si hay buena publicidad, más personas visitarán el anuncio.)
7.
Pagar, usar:
: ..., podrás usar todos los servicios.
(: Si pagas los gastos de comunidad, podrás usar todos los servicios.)
8.
Firmar, mudar:
: ..., te mudarás esta semana.
(: Si firmas el contrato, te mudarás esta semana.)
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Selecteer de optie die een correct gebruik van de onvoltooide voorwaardelijke wijs (condicional simple) toont in contexten die te maken hebben met vastgoed en alledaagse situaties, waarbij je veelvoorkomende fouten in de foutieve opties kunt herkennen.
1.
Fout: na 'als' (si) volgt de tegenwoordige of onvoltooide aanvoegende wijs, niet de voorwaardelijke wijs.
Fout: voor onwerkelijke hypothesen wordt de onvoltooide aanvoegende wijs gebruikt ('tuviera'), niet de onvoltooide tijd van de indicatief ('tenía').
2.
Fout: de juiste aanvoegende wijs is 'mostraran', niet 'mostrarán'.
Fout: 'mostraría' is voorwaardelijke wijs, hier is de onvoltooide aanvoegende wijs 'mostraran' nodig.
3.
Fout: voor onwaarschijnlijke hypothesen moet de voorwaarde in de onvoltooide aanvoegende wijs staan, niet in de tegenwoordige tijd.
Fout: na 'als' (si) wordt geen voorwaardelijke wijs gebruikt ('tendría'), maar de onvoltooide aanvoegende wijs ('tuviera').
4.
Fout: voor hypothesen die in strijd zijn met de realiteit wordt de onvoltooide aanvoegende wijs gebruikt, niet de tegenwoordige tijd.
Fout: na 'als' (si) wordt geen voorwaardelijke wijs gebruikt ('estaría'), maar de aanvoegende wijs ('estuviera').
