Leer over duurzaam vervoer in het Spaans met thema's als fietspaden in Spanje, gebruik van hoeveelheid-uitdrukkingen als poco en mucho, en belangrijke werkwoorden in de verleden tijd. Deze les bevat dialogen, oefeningen en een kort verhaal om je vocabulaire en grammatica te versterken.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
A2.26.2 Cultura
Los carriles bici y las vías peatonales en España
De fietspaden en voetgangerszones in Spanje
Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
El ciclista
De fietser
2
El carril bici
Het fietspad
3
Preferido
Favoriete
4
Montar
Fietsen
5
El coche eléctrico
De elektrische auto
Ejercicio 2: Gespreksoefening
Instrucción:
- Hoe ben je naar je werk gekomen? (Hoe ben je naar je werk gekomen?)
- Heeft jouw stad veel fietspaden? (Heeft jouw stad veel fietspaden?)
- Gebruikte u vaak het openbaar vervoer? (Heb je vaak het openbaar vervoer gebruikt?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Uso la bici para ir al trabajo, pero para ir de compras uso el coche. Ik gebruik de fiets om naar mijn werk te gaan, maar om boodschappen te doen gebruik ik een auto. |
Voy en coche a todas partes porque el transporte público tarda demasiado. Ik ga overal met de auto naartoe omdat het openbaar vervoer te lang duurt. |
Cojo la bicicleta porque hay muchos carriles bici en mi ciudad. Ik neem de fiets omdat er veel fietspaden in mijn stad zijn. |
Siempre tomo el metro. Es la manera más rápida para mí. Ik neem altijd de metro. Het is de snelste manier voor mij. |
Creo que los coches eléctricos son muy buenos porque son sostenibles. Ik vind elektrische auto's erg goed omdat ze duurzaam zijn. |
No tengo un coche eléctrico porque son muy caros. Ik heb geen elektrische auto omdat ze erg duur zijn. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ayer ____ esperando el autobús durante mucho tiempo, pero no llegó.
(Gisteren ____ lang te wachten op de bus, maar hij kwam niet.)2. El conductor del tren ____ con cuidado por la carretera montañosa.
(De treinbestuurder ____ voorzichtig over de bergweg.)3. Después de la reunión, ____ al coche eléctrico para volver a casa.
(Na de vergadering ____ in de elektrische auto gestapt om naar huis te gaan.)4. Cuando ____ en la estación, elegí coger el tren porque era más rápido.
(Toen ____ op het station, koos ik om de trein te nemen omdat die sneller was.)Oefening 5: Een duurzame reis naar het werk
Instructie:
Werkwoordschema's
Estar - Estar
Pretérito indefinido
- yo estuve
- tú estuviste
- él/ella/usted estuvo
- nosotros/nosotras estuvimos
- vosotros/vosotras estuvisteis
- ellos/ellas/ustedes estuvieron
Conducir - Conducir
Pretérito indefinido
- yo conduje
- tú condujiste
- él/ella/usted condujo
- nosotros/nosotras condujimos
- vosotros/vosotras condujisteis
- ellos/ellas/ustedes condujeron
Subir - Subir
Pretérito indefinido
- yo subí
- tú subiste
- él/ella/usted subió
- nosotros/nosotras subimos
- vosotros/vosotras subisteis
- ellos/ellas/ustedes subieron
Oefening 6: Usos de "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Gebruik van "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie"
Toon vertaling Toon antwoordenpoco, bastante, tanto, Nadie, otro
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.26.3 Gramática
Usos de "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie"
Gebruik van "Poco", "Mucho", "Bastante", "Nada", "Nadie"
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Estar zijn Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) estuve | ik was |
(tú) estuviste | jij was |
(él/ella) estuvo | hij/zij was |
(nosotros/nosotras) estuvimos | wij waren |
(vosotros/vosotras) estuvisteis | jullie waren |
(ellos/ellas) estuvieron | zij waren |
Conducir rijden Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) conduje | ik reed |
(tú) condujiste | jij reed |
(él/ella) condujo | hij/zij reed |
(nosotros/nosotras) condujimos | wij reden |
(vosotros/vosotras) condujisteis | jullie reden |
(ellos/ellas) condujeron | zij reden |
Subir omhooggaan Delen Gekopieerd!
Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) subí | ik ging omhoog |
(tú) subiste | jij ging omhoog |
(él/ella) subió | hij/zij ging omhoog |
(nosotros/nosotras) subimos | wij gingen omhoog |
(vosotros/vosotras) subisteis | jullie gingen omhoog |
(ellos/ellas) subieron | zij gingen omhoog |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Ontdek Duurzaam Vervoer in het Spaans
In deze les leer je over transporte sostenible, oftewel duurzaam vervoer. Je ontdekt wat dit concept inhoudt en hoe het zich manifesteert in Spanje, bijvoorbeeld via fietspaden en voetgangersgebieden. Daarnaast oefen je met het gebruik van Poco, Mucho, Bastante, Nada en Nadie, uitdrukkingen die aangeven hoeveel of hoe vaak iets gebruikt wordt.
Inhoud van de les
- Definitie en voorbeelden: Wat is duurzaam vervoer?
- Fietspaden en voetgangerszones in Spanje: lokale context en realiteit
- Gebruik van kwantiteitsadverbia: poco (weinig), mucho (veel), bastante (tamelijk), nada (niets), nadie (niemand)
- Dialoogkaarten: oefenen met dagelijkse vervoerssituaties en gesprekken
- Werkwoordvervoeging in de verleden tijd: met nadruk op regelmatig gebruik van estar, conducir, subir in pretérito indefinido
- Korte verhaal: Een verhaal over een duurzaam werkvervoer met ingevulde en open plaatsen om zelf te oefenen
Belangrijke aandachtspunten
De les combineert thema's als milieu en dagelijkse routines, en geeft daardoor een praktische kijk op de taal. Er wordt veel nadruk gelegd op het juist gebruiken van uitdrukkingen van hoeveelheid, die in het Spaans een andere positie en vorm kunnen hebben dan in het Nederlands.
Verschillen tussen het Nederlands en Spaans
In het Spaans worden hoeveelheidswoorden vaak vóór het zelfstandig naamwoord geplaatst (mucho tráfico = veel verkeer), terwijl dit in het Nederlands meestal achter het lidwoord staat. Het gebruik van de verleden tijd pretérito indefinido ligt ook anders; deze tijd wordt in het Spaans veel nadrukkelijker gebruikt voor afgeronde acties dan in het Nederlands.
Handige uitdrukkingen en woorden
- usar poco/mucho: weinig/veel gebruiken
- haber bastante gente: tamelijk veel mensen zijn er
- No uso nada el autobús: Ik gebruik de bus helemaal niet
- Estuve esperando: Ik was aan het wachten
- Condujo con cuidado: Hij reed voorzichtig