Leer in deze les het verschil tussen het Spaanse pretérito imperfecto en pretérito indefinido. Ontdek wanneer je welke verleden tijd gebruikt: het pretérito indefinido voor afgeronde gebeurtenissen en het pretérito imperfecto voor gewoontes of situaties in het verleden. De les biedt duidelijke voorbeelden en praktische oefenzinnen om je begrip te versterken, inclusief combinaties van beide tijden in één zin. Ook wordt het verschil met het Nederlandse verleden tijdgebruik toegelicht.
- De pretérito indefinido wordt gebruikt voor handelingen die in het verleden begonnen en geëindigd zijn, en om een reeks gebeurtenissen te vertellen die in het verleden plaatsvonden.
- De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om situaties of acties te beschrijven die in het verleden aan de gang waren.
- De imperfectum kan worden gebruikt voor de context en de pretérito indefinido voor specifieke handelingen.
Tiempo verbal (Werkwoordstijd) | Regla (Regel) | Ejemplo (Voorbeeld) |
---|---|---|
Pretérito Indefinido | Una acción que pasó y terminó en el pasado (Een handeling die in het verleden plaatsvond en is afgerond) | Aprobé el máster en 2022 (Ik ben in 2022 geslaagd voor de master) |
Pretérito Indefinido | Evento en el pasado (Gebeurtenis in het verleden) | El profesor suspendió la clase por la lluvia (De leraar schorst de les wegens de regen) |
Pretérito Imperfecto | Acción habitual o repetida en el pasado (Gewoonte- of herhaalde actie in het verleden) | Siempre enseñaba en la escuela primaria (Ik gaf altijd les op de basisschool) |
Pretérito Imperfecto | Cómo era un lugar o situación en el pasado (Hoe een plaats of situatie vroeger was) | La escuela era antigua y tenía patio grande (De school was oud en had een grote speelplaats) |
Pretérito Imperfecto + Pretérito Indefinido | El imperfecto describe la situación y el indefinido dice qué pasó (De imperfectum beschrijft de situatie en de indefinido zegt wat er gebeurd is) | Mientras veníamos de clase, llamó mi madre (Terwijl we kwamen van les, riep mijn moeder) |
Uitzonderingen!
- Beide tijden kunnen in hetzelfde verhaal voorkomen.
Oefening 1: ¿El pretérito imperfecto o el pretérito indefinido?
Instructie: Vul het juiste woord in.
encontré, suspendimos, explicaba, organizó, enseñabas, venía, aprobé, escribían, venían, tenía
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste zin volgens het gebruik van de imperfectum of de pretérito indefinido in elke context.