Oefening 1: Dialoog
Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.
Dos amigas están en un centro comercial evaluando qué ropa comprar y hablando sobre sus gustos, estilo personal y decisiones de compra.
Twee vriendinnen zijn in een winkelcentrum kleding aan het bekijken en praten over hun voorkeuren, persoonlijke stijl en koopbeslissingen.
1. | Mónica: | Creo que necesito renovar un poco mi armario con ropa más elegante. | (Ik denk dat ik mijn garderobe een beetje moet vernieuwen met elegantere kleding.) |
2. | Luna: | Entonces, esta blusa de seda puede gustarte. | (Dan vind je deze zijden blouse misschien leuk.) |
3. | Mónica: | Sí, me gusta el color. ¿Crees que combina con una cazadora negra? | (Ja, ik vind de kleur mooi. Denk je dat het past bij een zwarte jas?) |
4. | Luna: | Quizá sí. Pruébatela y vemos cómo te queda. | (Misschien wel. Probeer het aan en dan kijken we hoe het staat.) |
5. | Mónica: | Voy al probador. Mientras, ¿puedes mirar si hay más tallas? | (Ik ga naar het paskamer. Kun jij ondertussen kijken of er meer maten zijn?) |
6. | Luna: | Claro. También he visto unos calcetines de algodón muy coloridos. | (Natuurlijk. Ik heb ook een paar kleurrijke katoenen sokken gezien.) |
7. | Mónica: | ¿Qué te parece este conjunto? Tiene un estilo un poco clásico. | (Wat vind je van deze outfit? Hij heeft een beetje een klassieke stijl.) |
8. | Luna: | Depende. Ese estilo puede estar de moda si lo combinas bien. | (Dat hangt ervan af. Die stijl kan in de mode zijn als je het goed combineert.) |
9. | Mónica: | Busco algo cómodo, pero que también me haga sentir con estilo. | (Ik zoek iets comfortabels, maar dat me ook stijlvol laat voelen.) |
10. | Luna: | Hay un espejo grande fuera del probador, puedes verte mejor allí. | (Er is een grote spiegel buiten het paskamer, je kunt jezelf daar beter bekijken.) |
11. | Mónica: | ¿Y tú qué vas a comprar hoy? | (En wat ga jij vandaag kopen?) |
12. | Luna: | Necesito una bufanda nueva y quizá algo más para el invierno. | (Ik heb een nieuwe sjaal nodig en misschien nog iets voor de winter.) |
13. | Mónica: | Buena idea. Yo también quiero algo práctico, no solo bonito. | (Goed idee. Ik wil ook iets praktisch, niet alleen mooi.) |
14. | Luna: | Sí, al final lo importante es elegir ropa con la que te sientas bien y cómoda. | (Ja, uiteindelijk is het belangrijk om kleding te kiezen waarmee je je goed en comfortabel voelt.) |
Oefening 2: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. ¿Qué tipo de ropa quiere renovar Mónica?
(Welk type kleding wil Mónica vernieuwen?)2. ¿Qué prenda menciona Luna para el invierno?
(Welk kledingstuk noemt Luna voor de winter?)3. ¿Qué busca Mónica al elegir su ropa?
(Wat zoekt Mónica bij het kiezen van haar kleding?)4. ¿Qué hace Mónica cuando Luna le sugiere probarse la cazadora?
(Wat doet Mónica als Luna haar voorstelt het jasje te passen?)Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- ¿Qué prendas crees que no pueden faltar en un armario elegante? ¿Por qué?
- ¿Prefieres probar la ropa en la tienda o comprar por internet? Explica tu preferencia.
- ¿Cómo describirías tu estilo personal? ¿Qué tipo de ropa eliges para mostrarlo?
- Para ti, ¿es importante que la ropa sea cómoda además de estar a la moda? ¿Por qué?
Welke kledingstukken mogen volgens jou niet ontbreken in een elegante garderobe? Waarom?
Probeer je liever kleding in de winkel of koop je liever online? Leg je voorkeur uit.
Hoe zou je jouw persoonlijke stijl beschrijven? Welke soort kleding kies je om die te laten zien?
Is het voor jou belangrijk dat de kleding comfortabel is naast het feit dat het modieus is? Waarom?